Omgeving van het kind

De lessenserie sluit goed aan bij de omgeving van de leerlingen. Tegenwoordig groeien kinderen op in een wereld vol reclame. Het is nauwelijks meer te vermijden. Op de tv zien kinderen reclame, op de radio maar ook op sociale media. Er worden apps gedownload op je telefoon of iPad, games gespeeld en geregeld  komt er reclame in het beeld. Peter Nikken, deskundige op het gebied van jeugd en media, zegt de situatie nu zorgwekkend te vinden. Jaren lang was het al bekend dat veel apps reclames bevatten, echter wordt dit steeds meer. Nikken geeft aan dat wanneer kinderen geconcentreerd aan het leren zijn in educatieve apps, advertenties het leerproces hierdoor kan verstoren.
Reclame maakt voor kinderen veel mogelijk op verschillende gebieden. Op het gebied van bijv. entertainment en communicatie. Reclame maakt kinderen enthousiast en hebberig om producten te gaan kopen. Echter zitten er ook risico’s aan vast voor het welzijn van het kind. Er kunnen conflicten ontstaan tussen ouders en hun kinderen. Kinderen willen graag alles hebben en kopen, maar dit wordt lang niet altijd gewaardeerd door de ouders. Ook wordt er veel reclame gemaakt over slecht eten, hierdoor kunnen kinderen zich een ongezond eetgedrag aanleren. Het is belangrijk om de kinderen kennis te laten maken met de positieve en negatieve kanten van reclame. Het doel is dan ook om kinderen zelfstandige, bewuste en slimme consumenten te laten worden. 

 

21 -eeuwse vaardigheden

Ook wel 21st Century Skills genoemd. Een begrip dat je in het onderwijs steeds vaker hoort en ziet terugkomen in de lessen. Een les waarbij verschillende vaardigheden worden ingezet om goed te kunnen functioneren in de 21e eeuw. Die verschillende vaardigheden worden de 21st Century Skills genoemd (Van den Oetelaar, 2012). Die vaardigheden zouden in de toekomst nodig zijn. Steeds sneller zal onze samenleving en maatschappij veranderen en wordt er veel aanpassing van de mens verwacht (Kennisnet, 2018). Ook worden er dergelijke 21-eeuwse vaardigheden ingezet in deze lessenserie. In onderstaande afbeelding worden al deze 21-eeuwse vaardigheden weergegeven. Daaronder worden deze vaardigheden kort toegelicht.

 

21st Century Skills Toelichting
Communiceren Het doelgericht overbrengen van boodschappen en het begrijpen van boodschappen van een ander.
Probleemoplossend vermogen Het vermogen om een probleem te signaleren en tot een eigen plan te komen om het probleem op te lossen.
Samenwerken Gezamenlijk realiseren van een bepaald doel. Andere lln. kunnen daarbij aanvullen en ondersteunen.
Kritisch denken Het vermogen hebben om zelfstandig tot overwegingen en afwegingen te komen om vervolgens deze te argumenteren en beoordelen.
Creatief denken Bedenken en uitvoeren van nieuwe ideeën en creatieve oplossingen.
ICT- basisvaardigheden Begrip hebben van kennis en vaardigheden over computers en netwerken om hier mee aan de slag te gaan.
Sociale en culturele vaardigheden Het effectief kunnen werken en leren met mensen van verschillende etnische, culturele en sociale achtergronden.
Informatievaardigheden Een informatiebehoefte te kunnen herkennen en analyseren. Vervolgens hierover relevante informatie te zoeken, selecteren, verwerken en gebruiken.
Computational thinking Het logisch benaderen van problemen en deze op te lossen met computertechnologie.
Mediawijsheid Kennis, vaardigheden en mentaliteit die je nodig hebt om bewust, kritisch en actief om te gaan met de media.
Zelfregulering Het zelfstandig handelen en daarvoor de verantwoordelijkheid nemen in een bepaalde context, rekening houdend met je eigen capaciteiten.

Metacognitie

Metacognitie is in essentie “leren over leren’. Bij metacognitie gaat het erom dat leerlingen zich bewust worden van hun eigen leren. De bijbehorende strategieën zijn in essentie handvaten om grip te krijgen en te praten over het leerproces van de leerling.

 

De volgende metacognitieve strategieën (Clarke, 2016) zijn te onderscheiden:

  • Taakorientatie
  • Doelstellen
  • Plannen genereren
  • Plan volgen
  • Monitoring
  • Taakevaluatie
  • Reflectie

 

Deze strategieën kunnen ingezet worden om de volgende metacognitieve doelen te behalen:

  • Concentreren
  • Niet opgeven
  • Samenwerken
  • Nieuwsgierig zijn
  • Proberen
  • Je fantasie gebruiken
  • Jezelf blijven verbeteren
  • Genieten van het leren

 

Veel van deze strategieën zullen dagelijks terugkomen, maar zijn lastig om te bespreken met leerlingen, aangezien deze niet altijd even zichtbaar zijn. Zo kan een leerling niet altijd nieuwsgierig zijn: wanneer het over een onderwerp gaat dat hij/zij minder interessant vindt, is hij/zij minder nieuwsgierig hiernaar. Het stimuleren van metacognitieve strategieën begint bij de leerkracht. Met deze strategieën in zijn/haar achterhoofd kan een leerkracht beter inspelen op het leerproces van de leerlingen en dit bespreekbaar en concreet maken.

 

Informatieverwerkingsmodel

Het informatieverwerkingsmodel, hieronder te zien, geeft een goed beeld weer hoe de informatie wordt verwerkt door het individu. Het model kent 3 fasen: opname, verwerking en weergave. Binnenkomende informatie door waarnemingen wordt opgevangen door het zintuiglijk of sensorisch geheugen. Vanuit hier gaat een klein deel van de informatie naar je korte-termijngeheugen (KTG) waar het verwerkt wordt en bewerkt kan worden. Belangrijk is het dat het individu zich richt op de geselecteerde relevante informatie, ook wel het filtermechanisme aandacht genoemd. Om ervoor te zorgen dat deze informatie niet verdwijnt, wordt het opgeslagen in het langetermijngeheugen (LTG). Hiervoor is het herhalen van de opgeslagen informatie belangrijk. Het is mogelijk dat de informatie ongewijzigd wordt toegevoegd aan de LTG. Dit wordt ook wel assimilatie genoemd. Daarnaast kan het oude informatie vernieuwen of aanpassen. Dit wordt ook wel adaptatie genoemd.

 

Breinprincipes

In deze lessenserie ziet u bij de verantwoording per les een aantal breinprincipes die terugkomen in de desbetreffende les. Er is voor gekozen deze breinprincipes in de lessen toe te voegen omdat onderzoek naar de werkwijze van de hersenen en het leren van mensen, hebben uitgewezen dat zes principes grote invloed hebben op het leren van mensen. Hoe beter deze breinprincipes worden toegepast in de les, hoe beter leerlingen leren.