Lesopzet

In deze les wordt er aandacht besteedt aan het inleven in rollen die voorkomen in een reclamestuk. De leerlingen gaan aan het begin van de les oefenen met het reageren op elkaar, verwoorden van teksten, inspelen op een ander etc. Vervolgens wordt er geoefend om in een groepje een reclamestuk voor te bereiden, ten slotte wordt dit korte ‘toneelstukje’ uitgevoerd. Het publiek (kijkers thuis) bepaalt a.d.h.v. een beoordelingsformulier of er rekening is gehouden met dergelijke eisen.

 

Lesdoel

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen zich inleven in drie verschillende rollen die je tegenkomt in een reclame: de consument, presentator/verkoper en de specialist. Zij weten nu wat deze drie rollen inhouden en hoe je als hen kunt spelen. De leerlingen kunnen d.m.v. inspringspellen en reactiespellen samen met andere leerlingen oefenen om zich in bovenstaande drie rollen in te leven. Ook kunnen de leerlingen in een groepje van drie een reclamestuk voorbereiden a.d.h.v. gegeven informatie en deze uit eindelijk uitvoeren.

 

Kerndoelen

Kerndoel 54: De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.

Concrete doelen:

  • Spel wordt uitgevoerd aan de hand van betekenisvolle situaties. Bijvoorbeeld eigen ervaringen van de leerlingen. Het onderwerp media is erg actief bij de leerlingen, bijvoorbeeld: de krant, tv programma's, reclame, journaal en internet.
  • Samenspel in het dramaspel: inspelen en reageren op elkaar in het spel.
  • Spelelementen die aan bod kunnen komen zijn: wie, wat, waar, wanneer en begin, midden, einde van een scène.


Vaardigheden en abstracte doelen:

  • Empathisch vermogen
  • Het serieus zijn op momenten waar dit nodig is.
  • Realistisch en kritisch denken.
  • Vragen naar eigen ervaringen/mening eerlijk beantwoorden.
  • Initiatieven tonen

 

Tijd

Eén keer 90 min/twee keer 45 min.

 

Benodigdheden

Opdrachtkaarten (voor de kern), attributen (decor, kostuums, producten enz.) en een ruimte waarbij de leerlingen goed kunnen bewegen.

 

Beschrijving van de les

Inleiding – 30 min
In het klaslokaal – 15 min:
Als start van de les wordt de voorkennis opgehaald. Wat weten we van reclame? Wat hebben we al geleerd? Dit soort dergelijke vragen staan hierbij centraal. Gezamenlijk wordt er naar verschillende reclames gekeken. Vervolgens vindt er een gesprek plaats tussen de leerlingen onderling en later klassikaal. Bij dit gesprek staan vragen centraal als: wat zag ik? Waar werd er reclame voor gemaakt? Zou je dit gaan kopen? Etc. 

Omgeving met veel ruimte (speelzaal evt.) – 15 min:
Tijd voor een warming-up. Het komt soms ook voor dat er reclame wordt gemaakt aan de deur. De leerkracht laat met één andere leerling zien wat de bedoeling is. Door de leerkracht wordt er aan de deur gebeld. Hij of zij moet een zelfbedacht/gegeven product aan prijzen. De leerling die de deur opendoet, stelt een aantal vragen over het desbetreffende product. Vragen als: waar gebruik je het voor? Hoe gaat het in zijn werk? Kun je het demonstreren? Waarom zou ik dit product moeten kopen? De speler waarbij aangebeld wordt, bepaalt of het product gekocht wordt of niet. Hierna worden de rollen gewisseld.
Nadat de leerlingen een voorbeeld hebben gezien, worden zij in twee rijen tegenover elkaar geplaatst. Elke leerling is gekoppeld aan een andere leerling. De ene rij begint met het product aan te prijzen en hierna worden de rollen omgedraaid. Als leerkracht kan er voor worden gekozen om iedereen hetzelfde product aan te laten prijzen (bijv. bepaald: snoepgoed, gadgets, speelgoed enz.)

Kern - 45 min
Omgeving met veel ruimte (speelzaal evt.) – 5 min:
De verschillende rollen in een reclamestuk worden toegelicht. In een reclamestuk heb je de consument (de klant, die iets wil gaan consumeren), de specialist (expert, die veel van het product afweet) en een presentator (verkoper, diegene die het product enthousiast aanprijst).
Deze rollen worden toegelicht aan de hand van voorbeelden, gegeven door de leerkracht.

Omgeving met veel ruimte (speelzaal evt.) – 15 min:
Tijd om te gaan oefenen! Elke leerling krijgt een nummer van 1 t/m 3. Alle leerlingen lopen rustig door elkaar heen, vervolgens slaat de leerkracht op de trommel en zegt een nummer. Alle leerlingen die niet dit nummer hebben toegewezen gekregen blijven stil staan. De leerling die wel dit nummer heeft, loopt naar een leerling toe die stil staat. Vervolgens zegt de leerkracht welke rol er moet worden gespeeld door de leerling die iemand heeft opgezocht. Bijv. een specialist, hij/zij moet zich dan inleven in die rol en de ander reageert hierop. Er ontstaat een korte reclamesituatie, hierna slaat de leerkracht weer op de trommel en wordt er weer door elkaar heen gelopen. 

Omgeving met veel ruimte (speelzaal evt.) – 25 min:
In de begeleide inoefening wordt er aan een groepje van drie leerlingen een opdrachtkaart gegeven. Zij geven met hulp van de leerkracht een voorbeeld aan de rest van de leerlingen.
Lees goed wat er op de opdrachtkaart staat en verdeel de rollen.- Wie is de consument?
- Wie is de specialist?
- Wie is de verkoper/presentator?
- Voor welk product moet er reclame worden gemaakt?

Door middel van moddelen geeft de leerkracht in samenwerking met de leerlingen een voorbeeld van een uitvoering. De leerkracht laat ook duidelijk zien dat je d.m.v. enthousiasme en een aansprekend decor/kostuum de consument wellicht beter kunt overtuigen. 
Vervolgens worden de groepjes ingedeeld en krijgt ieder groepje een opdrachtkaart. Ook mogen de leerlingen attributen uitzoeken voor een bepaald decor, kostuum enz. De leerlingen krijgen ongeveer 20 min. de tijd om te oefenen. De groepjes krijgen een beoordelingsformulier mee. Hierop staat waar het publiek (kijkers thuis) met de uitvoering op zullen gaan letten.
- Is het duidelijk wat er wordt gepromoot?
- Zijn de rollen duidelijk terug te zien?
- Is er gedemonstreerd?
- Wordt je er enthousiast van? Zou je het willen kopen?

De leerkracht loopt rond voor eventuele begeleiding waar dit nodig is. De leerlingen worden gestimuleerd om out of the box te denken. Alles mag, niks is te gek!

 

Slot – 15 min
De geoefende reclamestukken worden uitgevoerd. Het publiek (kijkers thuis) moeten overtuigd worden om het product te kopen. Er worden een aantal punten van te voren toegelicht waar er op gelet moet worden.
- Is het duidelijk wat er wordt gepromoot?
- Zijn de rollen duidelijk terug te zien?
- Is er gedemonstreerd?
- Wordt je er enthousiast van? Zou je het willen kopen?
Eén voor één komt er een groepje naar voren om hun reclamestuk uit te voeren. Na de uitvoering wordt er geëvalueerd. De vragen van het beoordelingsformulier wordt met het publiek besproken.

 

21st century skills

In deze les besteedt u aandacht aan verschillende 21-eeuwse vaardigheden. Als allereerst de sociale & culturele vaardigheden, communiceren en het samenwerken. In deze les wordt er veel met elkaar samengewerkt. Hierbij zijn sociale vaardigheden erg belangrijk. Er moet naar elkaar geluisterd worden en er moet op elkaar kunnen worden ingespeeld. Ook heeft respect een grote prioriteit bij het vak drama. Iedereen moet elkaar kunnen waarderen en met de juiste bedoelingen aan de slag te gaan. Ook het creatief denken staat centraal in deze les. De leerlingen krijgen een opdrachtkaart aangereikt, echter moeten zij hier omheen zelf een aantal dingen bedenken.
Omdat de leerlingen van te voren weten waarop ze beoordeeld worden, kan er tijdens het oefenen kritisch worden gekeken naar jezelf. Tegelijkertijd ben je dan ook bezig met zelfregulering. Er worden enkele dingen wellicht aangepast om het beter te laten worden.

Ook sluit de les aan op de vaardigheid: mediawijsheid. Hoe kan ik actief met media omgaan ondanks de negatieve gevolgen? Er wordt gekeken wat voor- en nadelen zijn van reclame. Aan het begin van de kern van de les wordt er informatie gegeven over de verschillende rollen in een reclame. Deze kennis nemen zij mee in het oefenen van het toneelstukje en later ook bij de uitvoering (informatie vaardigheden).

 

Breinprincipes

In deze les besteedt u aandacht aan de volgende breinprincipes: voortbouwen d.m.v. de voorkennis die geactiveerd is. Creatie, het creatief denken (toneelstuk eigen input geven) en het creatief met je handen zijn (hoe zet ik mijn attributen in? Decor/kostuum?) staat in deze les centraal. Ook staat emotie centraal, de leerlingen moeten zich inleven in iemand anders. Dit kan verschillende emoties bij de leerlingen naar boven halen. Het breinprincipe herhalen wordt ook toegepast in deze les. Vanaf het begin wordt er uitgelegd welke drie rollen er zijn in een reclame. Bij de oefeningen en het toneelstukje worden steeds weer deze drie rollen herhaald.

 

Didactische aanpakstrategieën van Marzano

Aan het begin van de les wordt de voorkennis geactiveerd van de leerlingen. Wat wisten we al van het onderwerp? Wat hebben we al geleerd? Hierop wordt vervolgens voort gebouwd. Ook wordt er aan de start van de les gekeken naar overeenkomsten en vershcillen tussen verschillende reclames.
Er wordt veel in de les gedaan aan coöperatief leren. Er worden verschillende werkvormen ingezet, verschillende groeperingsvormen, etc. De leerlingen worden actief betrokken bij de les.

Voordat de leerlingen gaan oefenen met hun reclamestukje krijgen zij een beoordelingsformulier mee.  Hierop staan verschillende aspecten waar zij op moeten letten bij de uitvoering. Aan het einde van de uitvoering wordt door de leerlingen en leerkracht feedback gegeven aan de hand van het beoordelingsformulieren. Dit sluit aan bij de aanpakstrategie van Marzano: stellen van doelen en geven van feedback.

 

Metacognitie

Om leerlingen bewust te laten nadenken over het leren worden er bepaalde strategieën ingezet. Dit zijn strategieën zoals: samenwerken, concentreren, doorzetten en niet direct opgeven, het eerst proberen en jezelf kunnen verbeteren. Al deze strategieën kunnen terug worden gezien in deze dramales. Leerlingen moeten kunnen leren van hun fouten, zodat ze weer leren hoe ze weer juist verder moeten leren.

 

Bijlagen - opdrachtkaarten 

Maak jouw eigen website met JouwWeb